woensdag 28 maart 2012

Un poco de Belgica en España

Na mijn Baskisch avontuur van vorige week had ik drie dagen rust. Al is rust natuurlijk zeer relatief als je dagelijks les om 9u hebt en daarnaast ook nog eens vanalles te doen is. Zo speelde ik maandag voor de tweede keer in mijn leven beerpong, dinsdag was onze wekelijkse uitgaansavond in de Irish Rover en woensdag stond er 5 uur les op het programma nadat ik mij 's nachts om een paar dronken mensen bekommerd had. Het hoeft dus geen verdere verklaring dat ik woensdagavond uitgeput in mijn zetel neerplofte en dacht: laat ze maar rap komen!
De volgende ochtend was het dan ook zover. Ik nam de bus naar Madrid om Stijn, Kimmy en Emma te verwelkomen, de huurauto op te halen en op roadtrip te vertrekken. 

De eerste stop was al diezelfde middag bij Valle de los Caídos. In deze vallei liet Franco in 1940 een groot herdenkingsmonument bouwen voor de slachtoffers van de oorlog. Het monument is een basiliek die in een gigantische rots is ingehouwen. De opschriften op de muren vertellen ons dat de slachtoffers zijn “gesneuveld voor God en Spanje”, wat ons al direct veel leert over welke slachtoffers Franco herdacht en welke niet.

Diezelfde avond kwamen we aan in Salamanca en genoten mijn vrienden van de gastvrijheid op de Plaza de San Justo. Alfie had zoals gewoonlijk een overheerlijk maal bereid. Daarna wou ik hen het Spaanse nachtleven tonen maar helaas hadden ze daar geen fut meer voor na zo'n lange reis. De avond erna hadden ze gelukkig wel genoeg energie om de legendarische gintonic in café Revolutum te proeven. 
Vrijdag stond dan Salamanca zelf op het programma. Ik toonde hen de kathedraal, de universiteit, de Plaza Mayor en de Puente romano. Het weer was gelukkig al een pak beter dan eerder die week. Zo konden we een ijsje eten op de Plaza Mayor en een hilarische, dansende Chinees aanschouwen waarvan het hele plein in de ban was. Zaterdagochtend vertrokken we met de auto voor een gigantische roadtrip door Castilla y Leon die ons langs Leon, Astorga, Sierra de la Demanda, Burgos en Palencia bracht. We waren in aangename steden, zagen prachtige kathedralen en reden door pittoreske dorpjes en natuur. Zondagavond waren we dan eindelijk terug in Salamanca, uitgeput maar gelukkig. 

Maandagochtend deden we nog even een gezellig uitstapje naar een industriegebied vooraleer het afscheid aanbrak. Emma, Stijn en Kimmy reden terug naar Madrid en ik bleef achter in Salamanca. 



En dat is meteen ook het (tijdelijke) einde van de grote reisplannen. Net op tijd voor Pasen ben ik terug in Vlaanderen voor een week en in de tussentijd ga ik proberen mij zo goed mogelijk op die bachelorpaper te concentreren. Al blijven er, zoals altijd, ook meer dan genoeg dingen die voor afleiding zorgen. Deze week bijvoorbeeld hebben we de verjaardag van Charlotte en het bezoek van de ouders van Prakriti. Zij zijn helemaal uit New Delhi naar Spanje gevlogen om hun dochter te bezoeken. De kennismaking was heel aangenaam, ze brachten ons typische cadeau's uit Indië en de gesprekken waren zeer interessant. En zo werd ik nogmaals herinnerd aan een van de meest geweldige aspecten van mijn Erasmus: kennismaking met mensen uit andere culturen die vaak heel verschillend en tegelijk vrij gelijk zijn. 

Hasta luego!

maandag 19 maart 2012

Luze bizi Euskal Herriko!

Terwijl ik dit schrijf, zie ik het groene landschap voorbij razen. (En al direct moet ik toegeven dat dit een leugen was gezien de trein op het moment dat ik die zin schreef, net door een tunnel reed). Tot nu toe werden deze blogs telkens op mijn bureau in Salamanca geschreven, maar een treinrit van zes uur geeft een mens genoeg tijd om eens iets nieuws te proberen. 

Laat ons voor de duidelijkheid teruggaan naar het begin van dit hele verhaal. Vrijdagavond 9 maart kwam Sarah aan in Salamanca. Het werd een tof weekend met veel vrienden en eten. Een fancy diner vrijdagavond, een fantastische lunch zaterdagmiddag en zoals gewoonlijk een luie zondag. Maandag werd dan de dag van de grote beslissing. Zouden we naar het Baskenland gaan of niet? 

Het werd een overtuigde ja. Diezelfde nacht namen we de trein om de volgende ochtend aan te komen in San Sebastian. Op een ongezond vroeg uur wachtte Jochen ons daar op. Ik ontmoette mijn naamgenoot afgelopen zomer tijdens mijn vakantiejob in het Rijksarchief. Het toeval wou dat we het volgende jaar allebei naar Spanje gingen, zij het naar verschillende steden en met verschillende intenties. Ik ging op Erasmus naar Salamanca, Jochen ging een jaar Engelse les geven in San Sebastian. Plannen om elkaar op te zoeken werden al rap gemaakt en zo geschiedde. 



Ik wou vooral naar het Baskenland om de natuur te zien. Ik genoot dan ook met volle teugen van een tocht door de bossen in de omgeving en de uitzichten op de kliffen bij de Atlantische Oceaan, op de baai in San Sebastian en de prachtige stranden. Maar onze reis was meer dan dat. In Bilbao bezochten we het Guggenheim, dat ik echter enkel van de buitenkant interessant vond, om vervolgens verder te trekken naar Gernika. 
Gernika is een klein Baskisch stadje dat tijdens de Guerra Civil volledig plat werd gebombardeerd door Duitse en Italiaanse bommenwerpers. Vandaag de dag is daar echter niks meer van te merken, op enkele musea en memorials na. Het museum van de vrede was erg interessant en schepte een duidelijk beeld van zowel de Spaanse burgeroorlog, het bombardement en het leven erna. 
We bezochten ook Hondarribia en Hendaya, twee Baskische dorpjes die toch grondig verschillen omwille van een doodsimpele reden. Hendaya ligt aan de Franse kant van de grens, Hondarribia aan de Spaanse kant. Enkel 5 minuten boottocht was het verschil tussen een plek waar uitsluitend Frans of uitsluitend Spaans gesproken wordt. We genoten van het mistige strand en de typische kleurrijke huisjes. De laatste dag was het tijd voor Pamplona, een stad die vooral bekend is voor de beschrijvingen van Hemmingway en de stierenlopen in juli (een Spaanse traditie die ik toch nooit volledig zal begrijpen).    


 





Wat mij vooral opviel was hoe weinig er Baskisch gesproken werd. Overal in de straten hoor je Spaans gemengd met Engels en Frans gesproken door toeristen. Basksich zag ik vooral geschreven. Alle borden op straat zijn tweetalig, affiches vaak enkel in het Baskisch. De laatste dag was ik getuige van nationalistische manifestaties in de straat. Overal zag je affiches voor de algemene staking, de overplaatsing van politieke gevangenen naar gevangenissen in het Baskenland en oproepen voor onafhankelijkheid. In sommige cafés hingen ook posters die verwezen naar de IRA, de Palestijnse kwestie of vrouwenrechten. 

Het Baskenland blijft dus een geval apart in Spanje. Maar er zal toch nog wat moeite nodig zijn, zeker nu we de ETA niet meer hebben om de kwestie levendig (of ook wel bloederig) te houden, om te vermijden dat het Baskische verhaal binnekort uitverteld is.

In elk geval, mijn verhaal van deze week is uitverteld.

Agur!

vrijdag 9 maart 2012

La vida madrilena

Veel steden in Spanje worden de mooiste, beste of aangenaamste stad van het land genoemd. Madrid, hoofdstad onder de reeks steden der steden is vooral de stad van de drukte. Veel mensen, veel bars, veel winkels, veel metro's, veel auto's. Van autovrije zone's hebben ze in Spanje trouwens nog niet gehoord.

Samen met Forrest verkende ik de stad drie dagen en nachten lang. Normaal kwamen er nog mensen, door omstandigheden lukte dat helaas niet. Gelukkig was er nog de lokale bevolking in Madrid. Nog eens uitgaan met Karan, een Indiër die we via Prakriti ontmoetten toen hij eens een weekend Salamanca onveilig kwam maken, was plezier verzekerd. Hij had samen met zijn vrienden het geniale plan eens Brussel te bezoeken op zaterdag maar door een foutje was de terugvlucht op dezelfde dag als de heenvlucht waardoor hun citytrip slechts 7 uur duurde. Toen ze vrijdagavond dan opeens een Belg tegen het lijf liepen, wouden ze dan ook alles weten over Brussel en hoe ze hun tijd daar zo goed mogelijk konden spenderen. Als echte Belg zijnde gaf ik hen een lijstje bieren om te proberen, helaas was dat zonder de kater gerekend die Karan overhield aan vrijdagavond. Gelukkig zijn we ook daar op voorzien in België met wafels en frieten.

                       

Maar goed, deze blog zou over Madrid moeten gaan en niet over Brussel. Er is echter iets dat Madrid niet heeft en wat dus een teleurstelling kan zijn als je dat niet op voorhand weet. Er is niet zo veel te zien. Je hebt het koninklijk paleis, het Prado, Reina Sofía, even over de Plaza Mayor en Puerte del Sol lopen en dan... Ja, dan heb je het eigenlijk wel bijna gehad. Er is ook nog El Escorial, het oude paleis van de Spaanse koningen op een uurtje trein van Madrid, dat we op zaterdag bezochten.
Wat mensen voornamelijk leuk vinden aan Madrid zijn de vele uitgaansmogelijkheden bij de Puerta del Sol en de mooie parken waarin het aangenaam vertoeven is in de zomerse warmte.

Van zomerse warmte was er helaas nog geen sprake, van vele uitgaansmogelijkheden uiteraard wel. Zoals al gezegd gingen we een avond op café met Karan en zijn vrienden, en ook wel een beetje met de dronken Schot die supergoed pool speelde. De andere avonden amuseerden we ons met aanschouwen van dronken Amerikanen, die al eens een bad nemen in de fontein op Puerta del Sol, door te converseren met enkele Spanjaarden die vol lof waren over ons Spaans en door in al onze naïviteit een promotor te volgen die (zo bleek) ons niet naar een café maar naar een hoerenkot bracht.

              

U leest het: het weekend was best geslaagd.

Hasta luego!