vrijdag 18 november 2011

Quien a buen árbol se arrima, buena sombra le cobija

De tijd kruipt nog steeds voorbij. Gezien ik deze week het gevoel kreeg dat het nieuwe er een beetje af is, vond ik mijn erasmus opeens helemaal niet meer zo bijzonder. Bijgevolg heb ik voor het eerst moeten zoeken naar inspiratie om een blog te schrijven. Ik heb ze uiteindelijk gevonden in mijn uitstapje naar Zamora.
          

In mijn vorige blog noemde ik Zamora een opmerking in de marge. Dat was misschien iets te denigrerend maar in de lijst van andere steden die ik al bezocht heb, is het wel duidelijk een van de minder impresionante plekjes. Dat neemt niet weg dat het zeker eens de moeite was. Zamora ligt op nog geen uurtje bus van Salamanca waardoor het dus ideaal en ook goedkoop is voor een daguitstapje. Het gezelschap bestond uit drie Belgen en een tiental Spanjaarden. Opvallend is toch wel dat alle Spaanse vrouwen ofwel Laura ofwel Ana blijken te heten.
In elk geval: twee Laura's woonden in Zamora en een ervan was onze gids van dienst. Ze toonde ons de stad die mij aanvankelijk slechts zeer matig imponeerde. Zamora telt het grootste aantal Romaanse kerken op deze planeet en dat zal je geweten hebben. Sommigen waren mooi, andere niet. Ruimtelijke ordening in de stad is een ramp. In een straat vond je gemiddeld 17 bouwstijlen en vaak pasten ze absoluut niet bij elkaar.
Het mooiste bleek achter pas op het einde te komen. Het zicht op de Duero, de rivier die door Zamora richting Porto stroomt, was best mooi en het kasteel en de kathedraal bij nacht waren prachtig. Een overblijfsel van de vergane glorie van de stad die in de Middeleeuwen een belangrijke rol speelde maar vandaag een klein provinciestadje is geworden. Onze gids vertelde een leuke anekdote uit de glorietijd van de stad. Zeer lang geleden werd Zamora belegerd door een vijandelijk leger. De situatie zag er zeer benauwd uit en het was een kwestie van dagen voor ze zou moeten capituleren. Dat was echter buiten een onderofficier in het vijandelijke leger gerekend die zijn overste verraadde waardoor het beleg mislukte. De redder van dienst dacht vol enthousiasme binnengehaald te worden in Zamora. Maar helaas krijg hij iets anders te horen. Zamora no acepta traidores. Via een achterpoortje werd de man buitengestuurd. Deze poort kreeg de naam Puerta de la lealtad.

           
                            

Verder heb ik weinig te vertellen. Ik heb nog steeds te veel werk naar mijn zin en dat zal niet direct veranderen. De plezierdagen voor de rest van dit semester zullen zich beperken tot twee vijfdaagses: eentje naar Almeria en Granada, het andere naar Gent. Nu het zo dichtbij komt, kijk ik er enorm naar uit om nog eens te kunnen cantussen, een galabal te placeren en veel tijd te spenderen met mijn vrienden in Gent. Ik ben ook al benieuwd met welk gevoel ik zal terugkeren naar Spanje. Zal het zwaar vallen om terug afscheid te nemen of zal het eerder voelen als terug naar huis gaan na een vakantie van enkele dagen? Zal ik beseffen dat ik Gent gemist heb? Tot nu toe viel dat heel erg goed mee maar nu het nieuwe er een beetje af is en er wat meer gewerkt moet worden, is dat wel een beetje veranderd. Waardoor ik er dus des te meer naar uitkijk om jullie allemaal terug te zien!

Laatste opmerking: De verklaring voor de titel van deze blog lezen jullie de volgende keer.

Nog 5 dagen...


Hasta pronto!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten