zondag 27 november 2011

¿Dónde esta mi casa?

Het was mij toch een weekje. Dat is wel het minste dat gezegd kan worden. Woensdag was de dag waar ik toch al een kleine twee weken naar uitkeek. Het heden was niet echt geweldig met het vele schoolwerk dus moest de toekomst dat wel zijn. En geloof mij, dat was het ook.

Om een of andere reden stapte ik een beetje nerveus het vliegtuig op. Nerveus voor wat, vraagt een mens zich dan af. Nerveus om na twee maanden terug in het land te zijn? Mijn ouders terug te zien? Mijn vrienden terug te zien? Allicht een beetje van dat alles. Al was er, zoals altijd bij nervositeit, helemaal geen reden toe.
Na de autorit richting Sinaai zag ik de mama, de papa en de zus terug. Het eten stond al op tafel en ik moest maar opscheppen. Het deed heel raar maar voelde ook heel goed om nog eens thuis te kunnen eten aan de keukentafel waar mijn vader met de gebruikelijke flauwe mopjes afkwam en mijn zus en moeder kibbelden. Er is daar nog niks veranderd.

De file op de E17 richting Gent maakte mij terug nerveus. Net op tijd kwam ik, nog steeds gezakt en gepakt, aan op de cantus. Enthousiasme alom. Ik ging mensen enthousiast begroeten en mensen kwamen mij enthousiast begroeten. Na een zeer geslaagde eerste tempus viel de studentenfanfare binnen en was het hek helemaal van de dam. Mensen kropen op stoelen, stoelen sneuvelden, polonaises werden gevormd en het bier bleef vloeien. Een prosenior uit de jaren stillekes was vrij hilarisch door zijn verachtelijke houding tegenover de schachten en zijn seksisme tegen over vrouwelijke commilitones. Niks dat niet terecht was dus.
De volgende avond was het tijd om mijn kotgenoten nog eens op te zoeken. Ik werd verwelkomd met een goede, oude kotspaghetti die ons Iris zo lekker kan maken. In de keuken zaten we samen de groenten te snijden en gezellig te kletsen over het kotleven, de liefjes en de gebruikelijke klachtenbrief op te stellen over kloppende verwarmingsbuizen, lekkende boilers en stinkende beerputten. Het was terug helemaal thuis.
Het galabal vormde vrijdag dan het sluitstuk van een prachtige lustrumweek. Net op tijd kwamen we er aan met taxi's om Jacques zijn lint als erepreses van de VGK te geven. Met algemeen applaus en een speech van zijn eerste preses (uit het academiejaar 1997-1998 zowaar) werd het rond zijn schouder gehangen. Enige ontroering was duidelijk te merken, en voor een stoere bink als Jacques is dat zeker geen dagelijkse kost.
De avond werd verdergezet met goede muziek en aangename babbels. Het bewijs van de befaamdheid van het bal was de aanwezigheid van Klio, onze geschiedkundige broeders die helemaal uit Antwerpen kwamen. Zo kwam er een meisje naar mij dat ik vorig jaar had leren kennen en die het tot feestpreses had geschopt. Ze was verrast dat ik ondertussen op Erasmus zat en was zeer geïnteresseerd in mijn ervaringen.

Zaterdag werd de week dan afgesloten met enkele familiebezoekjes. Ik kreeg chocolade en speculoos van de sint. Ook al weet ik reeds 13 jaar dat die goede oude man eigenlijk mijn (groot)ouders zijn, toch blijft hij komen. Deze voormiddag stapte ik weer op het vliegtuig richting Spanje. En zo kwam ik nog maar eens thuis in Salamanca, na een geweldige vijfdaagse in Vlaanderen. Ik voelde mij intens verzadigd toen ik de Plaza Mayor passeerde en enkele minuten later enthousiast begroet werd door mijn kotgenoten. Toen ik even later mijn Belgische speculoos bovenhaalde en chocolademelk ging maken met sinterklaaschocolade kon de pret niet op. Ik was terug helemaal thuis.

De alerte lezers hadden al opgemerkt dat ik in deze blog verschillende plaatsen thuis heb genoemd en zijn nu ongetwijfeld helemaal in de war. Waar is thuis nu? Is dat waar mijn ouders en zus wonen in Sinaai? Is dat het kot in Gent waar ik twee jaar gezeten heb en waar ik volgend jaar terug zal zitten? Of is dat de Plaza de San Justo in Salamanca?
Uiteindelijk heb ik beseft dat thuis is waar je je thuis voelt. En dat kan op vele plaatsen zijn. Ik voel mij dus op al die plaatsen perfect thuis en zou niet zonder kunnen. Je thuis voelen hangt samen met de mensen die er rond je heen zijn. En dat hangt op zijn beurt dan weer samen met mijn vorige blogtitel.
Quien a buen árbol se arrima, buena sombra le cobija. Wie bij een goede boom staat, wordt bedekt door goede schaduw. Over de correctheid van deze vertaling kan gediscussieerd worden maar de inhoud klopt zeer zeker. Het betekent dat je je nergens zorgen over moet maken als je omringd wordt door goede mensen. En ik heb het geluk dat ik absoluut door goede mensen omringd wordt, zowel in Salamanca, in Gent en in Sinaai. Ik heb er wijze levenslessen uit getrokken. Doordat ik besef dat er zodanig veel aangename mensen op deze wereld zijn, besef ik tevens dat andere mensen het niet meer waard zijn om er moeite in te steken. Roddelaars, hypocrieten, opportunisten, mensen die hun vrienden verwaarlozen,... Onze wereld heeft er genoeg van en eigenlijk kan je ze samenvatten onder de noemer 'onoprecht'. Je kan je eraan ergeren maar ik heb besloten om er vanaf nu zoveel mogelijk mee te lachen. En dat lukt aardig.

Of om het in andere, Spaanse woorden te zeggen: No te preocupes.

Hasta luego!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten