donderdag 16 februari 2012

Dime quién soy

Vannacht had ik een bizarre droom. Ik was in Gent en zat op een bus van De Lijn onderweg naar... Wel ja, geen idee naar waar eigenlijk, en dat is meteen de rode draad. De chauffeur van de bus was de enige echte Jacques Pottie. Na een kleine stop aan mijn kot reed de bus verder en besloot ik samen met Adriaan en Hanna af te stappen aan de Korenmarkt. Daarna moesten we onze trein halen naar Rock Werchter en het leek ons een goed idee iets eetbaars in Gent te kopen want op Rock Werchter zou dat veel te duur zijn. Ik zag een Panos en had plots heel veel zin in een lekkere smos (zonder tomaten uiteraard) gezien ik dat al lang niet meer gegeten had bij gebrek aan Panos in Spanje. Ik stapte dus de winkel binnen maar wat zag ik? Opeens was de Panos een tapasbar. De kaart was helemaal in het Spaans en ik vertaalde voor Adriaan en Hanna.
Hoe ik uiteindelijk nog aan eten geraakt ben, zullen we nooit weten want mijn droom hield daar op, ik werd wakker, at een kom cornflakes en begon deze blog te schrijven.

Om deze droom te begrijpen moeten een aantal dingen vermeld worden. Gedurende mijn reis door Andalousië was ik een loko (op zijn Vlaams, niet op zijn Spaans) die toeristen hielp in wat voor hen een vreemd land was waar ze de taal niet van spraken. Terwijl ik mij hiermee bezighield vertrokken alle Vlaamse Erasmussers in Salamanca en bleef ik als enige over.
Maar er is een hele lading nieuwe Vlamingen in Salamanca aangekomen en die heb ik maandag ontmoet. Allemaal heel vriendelijke en sympathieke meisjes. Toch voelde ik mij vrij anders dan hen. Ze liepen rond met een plannetje van de stad die mij zo vertrouwd is, hadden veel moeite om zich uit te drukken in het Spaans en hadden nog nooit gehoord van de meeste tapas op de kaart.

Conclusie van haar verhaal: ik heb een kleine identiteitscrisis. Gisterenavond had ik eerst een 'conferencecall' met de Korianderstraat en keek ik daarna naar de film van Code 37. Het zicht op Gent, de torens en de Sint-Pietersabdij, stemden mij melancholisch. De plannen om in de paasvakantie terug te keren naar Gent en op 28 juni naar Werchter te gaan hebben mij samen met de film en het telefoongesprek lichtjes verward.

De vraag stelt zich: wie ben ik nu eigenlijk? Laat ons de potentiële antwoorden eens overlopen.
  • Vlaming. Eerste vaststelling in deze analyse is de taal die ik spreek. Nederlands met een Vlaams accent. Dit maakt dat ik het meest efficient communiceer met andere Vlamingen en de drempel om een band op te bouwen met andere Vlamingen iets kleiner is. Het is ook verbazingwekkend hoe makkelijk Vlamingen elkaar in Salamanca opzoeken. Op twee dagen had ik ze in september quasi allemaal gevonden en de nieuwe Vlamingen hebben elkaar ook heel rap gevonden. Met sommigen zijn daar mooie vriendschappen uit gegroeid. 
  • Belg. De mensen die mij goed kennen, fronzen nu allicht hun wenkbrauwen. Mijn mening over Belgische identiteit is altijd geweest dat deze zich beperkt tot frieten en bier. Ons Belgenlandje heb ik altijd als een mislukte mop gezien. In het buitenland zie je echter ook andere kanten van het verhaal. Als je jezelf voorstelt, wil je de dingen zo eenvoudig mogelijk houden en vertel je dat je uit Belgium/Belgica komt. Belgium/Belgica is het land van bieren, wafels, chocolade, frituren en waar de mensen de politiek liefst ver van zich afhouden. En kijk eens aan, die eigenschappen vindt je ook terug in Wallonië. Er zijn zelfs taalkundige overeenkomsten gezien de gemiddelde Fransman raar kijkt bij het horen van de woorden GSM, septante, nonante, à l'aise,... 
  • Salmantino/Spanjaard. Na een maand heb ik mezelf als geïntegreerd bestempeld. Ik weet mijn weg, ken de goede café's, heb een vast lessenrooster met vakken waar ik min of meer weet wat bij te verwachten en spreek de taal van de bevolking. Een Spanjaard ben ik daarmee echter nog lang niet. Mijn verblijf in dit land is tijdelijk zoals dat het geval is bij de meeste mensen die ik hier ken. 
  • Europeaan. Als zijnde een Belg ben ik geboren en getogen in het centrum van Europa. Tevens ben ik de enige Europeaan op mijn kot. Als de gesprekken gaan over de eurocrisis, gaat dat voor mijn kotgenoten over een buitenlands probleem terwijl dit voor mij over harde realiteit gaat die mij effectief bezighoudt en een belangrijk deel van mijn toekomst zal bepalen. Ik spreek Engels, Frans en Spaans en een beetje Duits. Ik spreek dus alle belangrijke talen van dit continent. Tevens volg ik de politiek van de Europese landen en heb ik een vrij Europese visie op de Amerikaanse wereldpolitiek. 
  • Wereldburger. Op zich vind ik dit een belachelijk woord gebaseerd op een vals links idee dat we allemaal mensen zijn onderverdeeld in klasses, uitgebuit door het kapitalistisch systeem, solidair met onze mede-onderdrukten. Allemaal gezever dus. Wat ik wel geweldig vind aan mijn wereldburgerschap is het ontmoeten van Indiërs, Amerikanen, Japanners en Brazilianen. Heel erg boeiend om mensen te ontmoeten die heel verschillend zijn maar soms ook heel gelijk. 

Soms mis ik Gent en mijn vrienden daar. Ik voel mij verwant met de andere Vlamingen hier en ook met Franstalige Belgen. Ik geloof sterk in Europa en ik ben gefascineerd door de wereld rondom mij.

Ik ben een beetje vanalles. En ik vind het geweldig.

I'm a bit of everything. And I love it.

Soy un poco de todo. Y me encanta.

Je suis un peu de tout. Et j'aime ça.


Hasta luego!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten